Heideveldjes (Middeleeuwen)

Tegen het einde van de Steentijd, zo’n 2000 jaar voor Christus, moet het meeste bos op de hogere en drogere gronden van de Veluwe al zijn verdwenen en maakte plaats voor onafzienbare heidevelden, afgewisseld met struikgewas. Dat is eeuwen lang zo gebleven. Pas met de systematische (her)bebossing van de eigenlijke Veluwe dat begon eind 18e en doorging tot eind 19e eeuw verdwenen de heidevelden voor een groot deel weer ten gunste van de nieuwe bossen. Nu is de Veluwe weer het dichtst beboste deel van Nederland. Van ‘natuur’ is in de werkelijke betekenis van het woord geen sprake meer. Het zijn cultuurbossen geworden, vaak met uitheemse bomen die het karakter van de oude Veluwse (oer)wouden bij lange na niet benaderen.
In gebied rondom de Goudsberg zijn nog enkele heidevelden bewaard gebleven. De grootste stukken hei liggen in het Wekeromse Zand. Maar ook in het Buurtbosch rondom de Poelheide ligt nog een stukje hei. En ten oosten van de Hessenweg, tussen de Boslaan en de Engweg ligt ook nog een prachtig heideveld. 10 kilometer verderop ligt de Ginkelse hei, één van de grootste heidegebieden in Nederland.