Gedenkbank en boom Van den Ham (1900)

Ons land telt nogal wat zogenaamde ‘gedenkbomen’, vaak geplant om de voorbijganger te herinneren aan een persoon of gebeurtenis. Het is een levende vorm van een monument, nu eens niet van steen, staal of brons, maar een prachtige boom die een herinnering levendig houdt. Vaak worden daarvoor eiken, beuken, linden of bijvoorbeeld kastanjes gebruikt. In het Buurtbosch staan er ook een paar: in dit geval gaat het om een Amerikaanse eik. Het is een boomsoort die de bezoeker van het bos er veel vaker aan zal treffen. Strikt genomen is de boom een immigrant en wordt door sommige bosbeheerders als een plaag beschouwd. Zo’n dikke honderd jaar geleden was de Amerikaanse eik nog iets heel bijzonders en notaris Van den Ham liet hem dan ook maar wat graag in zijn bos planten. Eén van de door hem gekochte jonge bomen gaf hij aan Rutger Dinger cadeau. Deze gaf de, inmiddels letterlijk uit de kluiten gewassen boom in de herfst van 1915 aan de stichting. De eik moest gaan dienen als een blijvende, levende herinnering aan de stichter van het Buurtbosch.
Er werd een bank en een sierlijk smeedijzeren hekwerk om de boom geplaatst, gemaakt door de dorpssmid Nicolaas Koops. Deze verwerkte in het hekwerk het bladmotief van de Amerikaanse eik en voorzag het van het opschrift: “De Burgerij van Lunteren aan de Stichter van het Buurtbosch – Anno 1914”.
De kosten van het hek werden namelijk betaald door de inwoners van het dorp.
Op 2 juni 1916, de dag waarop ook de Koepel offcieel voor het publiek werd opengesteld, werd ook de boom, inclusief hekwerk offcieel overgedragen aan het bestuur van de Stichting “Het Luntersche Buurtbosch”. Ter gelegenheid daarvan hield voorzitter Rutger Dinger een vlammend betoog waarbij hij er met klem op aandrong dat “Lunteren’s Lustwarande” ongeschonden bewaard moest blijven.